herzbeklemmender
- herz·be·klem·men·der
herzbeklemmender
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief mannelijk enkelvoud van herzbeklemmend
herzbeklemmender
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief vrouwelijk enkelvoud van herzbeklemmend
herzbeklemmender
- onbepaald (zonder lidwoord) datief vrouwelijk enkelvoud van herzbeklemmend
herzbeklemmender
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief meervoud van herzbeklemmend
herzbeklemmender
- onbepaald nominatief mannelijk enkelvoud van herzbeklemmend