hervormde
- her·vorm·de
vervoeging van |
---|
hervormen |
hervormde
- enkelvoud verleden tijd van hervormen
- Ik hervormde.
- Jij hervormde.
- Hij, zij, het hervormde.
- Ik hervormde.
- verbogen vorm van hervormd, voltooid deelwoord van hervormen
hervormde
- verbogen vorm van de stellende trap van hervormd
- Het woord hervormde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hervormde" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be