Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·taal

Werkwoord

vervoeging van
hertalen

hertaal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertalen
    • Ik hertaal. 
  2. gebiedende wijs van hertalen
    • Hertaal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hertalen
    • Hertaal je?