Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • herfst·luch·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de herfstluchtenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord herfstlucht
    • Het kan nog even! Genieten van (wilde) herfstluchten boven het IJ-meer. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen