herenslipje
- Geluid: herenslipje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈherə(n)ˌslɪpjə / (4 lettergrepen)
- he·ren·slip·je
het herenslipje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord herenslip
- Maar ook vrouwen hebben hun weg al naar Manstore weten te vinden. Niet om voor man of vriend wat te kopen, maar voor zichzelf, zo zegt Sjaak Broek, vanwege de variëteit aan kleuren en dessins en omdat ze het herenslipje prettiger vinden zitten. [1]
- Het woord 'herenslipje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Jansen, K."De emancipatie van de herenslip" in: NRC Handelsblad jrg. 15 nr. 213 (11 juni 1985); p. 19 kol. 8; geraadpleegd 2017-12-10