Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hek·stijl·tjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de hekstijltjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord hekstijl
    • Er was een tijd, dat men de balkonnetjes met bollijvige hekstijltjes uitrustte. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen