havo-leerling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: havo-leerling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhavoˌlerlɪŋ / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ha·vo·leer·ling
Zelfstandig naamwoord
de havo-leerling m
- verouderde spelling of vorm van havoleerling tot 2006
Gangbaarheid
- Het woord 'havo-leerling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.