Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vens

Zelfstandig naamwoord

de havensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord haven


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vens
Naar frequentie 32026

Zelfstandig naamwoord

havens, g

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van have


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·vens
Naar frequentie 37778

Zelfstandig naamwoord

havens

  1. genitief bepaald onzijdig meervoud van hav