• han·boks

de hanboksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hanbok
     De vrouwen kregen hanboks, traditionele klokjurken tot de grond met ultralange mouwen.[1]
  1.   Weblink bron
    Amanda Kuyper
    “‘Alles moet in een gouden lijstje’” (1 augustus 2008) op nrc.nl