hanboks
- han·boks
- hanbok met uitgang -s
de hanboks mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hanbok
- ▸ De vrouwen kregen hanboks, traditionele klokjurken tot de grond met ultralange mouwen.[1]
- Het woord 'hanboks' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Amanda Kuyper“‘Alles moet in een gouden lijstje’” (1 augustus 2008) op nrc.nl