halvezolen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halvezolen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hal·ve·zo·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
halvezolen |
halvezoolde |
gehalvezoold |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
halvezolen [1]
- schoenen van halve zolen voorzien
Zelfstandig naamwoord
de halvezolen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord halvezool
Gangbaarheid
- Het woord 'halvezolen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.