• IPA: /hɑ̃(w)/
  • erfwoord: Uit Middelbretons haff, uit Oudbretons ham, uit Keltisch *samos, zoals Cornisch en Welsh haf en Oudiers sam, bij de Indo-Europese wortel *sem-, waaruit ook Nederlands zomer.
enkelvoud meervoud
naamwoord   hañv     hañvoù  

hañv m

  1. zomer