grote afrikaantjes

  • gro·te afri·kaan·tjes
  •  groot afrikaantje zn  met de uitgang -s voor het zelfstandig naamwoord en de uitgang -e voor het bijvoeglijk naamwoord

de grote afrikaantjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord groot afrikaantje
     Je ziet ook wat grote afrikaantjes staan, die zijn al enige tijd geleden geplant.[1]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    maaike
    “Moestuin vanaf september” (15 september 2021) op tuiniermet.maai.ke