greesschder
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- greesch·der
Bijvoeglijk naamwoord
greesschder
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van greesscht
greesschder
greesschder
- onbepaald nominatief en accusatief mannelijk enkelvoud overtreffende trap van greesscht