• goe·den·avonds

de goedenavondsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord goedenavond
     In november staat hier een stevige wind die ons meteen binnenwaait. Een regen van goedenavonds volgt, en een tafel naast de bar wordt de onze.[1]
  1.   Weblink bron “Hostellerie Le Fox. Chef-kok Stéphane Buyens.” (21 november 2009) op deMorgen.be