glommen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  glommen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• glom·men

Werkwoord

vervoeging van
glimmen

glommen

1. meervoud verleden tijd van glimmen
   

   • Wij glommen. 
     
   • Jullie glommen. 
     
   • Zij glommen. 

Gangbaarheid

• Het woord glommen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "glommen" herkend door:

71 %	van de Nederlanders;
38 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.