• g·heert
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm van heere met het voorvoegsel g- [1]

gheert

  1. voltooid (verleden) deelwoord van heere

hot gheert

  1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van heere [1]
    «Die Versammling hot en arrig inderesaante Reed gheert
    De Vergadering heeft een zeer interessante toespraak gehoord.

hett gheert

  1. tweede persoon meervoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van heere [1]
    «Hett dihr schunn vun dem Grosse Emu Grieg vun 1932 gheert
    Heb je al van de grote emoeoorlog van 1932 gehoord?
  1. 1,0 1,1 1,2 Het voltooid deelwoord gheert wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord hawwe.