gfroogt
- gfroogd
- Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel g-
gfroogt
hab gfroogt
- eerste persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van frooge [1]
- «Wann kummt es Friehyaahr? In der letschde Woch hab ich mich selle Froog oftmols gfroogt.»
- Wanneer begint de lente? In de laatste week heb ik vaak deze vraag gesteld.
- «Wann kummt es Friehyaahr? In der letschde Woch hab ich mich selle Froog oftmols gfroogt.»
hen gfroogt