gevijftigen
- Geluid: gevijftigen (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈvɛiftəɣə(n) / (4 lettergrepen)
- ge·vijf·ti·gen
gevijftigen
- met het aantal van vijftig
- Uit de verschillende universiteitssteden van Nederland waren studentendelegaties naar Purmerend gereisd, waar zij des morgens gevijftigen in de gezellige raadszaal van het stadhuis werden ontvangen door burgemeester mr. R. Kooiman die hier door de Dampkring werd uitgeroepen tot erelid van de club. [1]
- Het woord 'gevijftigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Wereldpijprookdag in Purmerend. Burgemeester Kooiman mag niet meer oppijpen" in: Leidse Courant jrg. 49 nr. 14394 (25 april 1958); p. 3 kol. 2; geraadpleegd 2018-11-06