Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·tran·cheerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: trancheren…
verbogen vorm: getrancheerde

getrancheerd

  1. voltooid deelwoord van trancheren
     Daar op tafel, gebakken in bladerdeeg, lag dus twee kilo vlees te wachten tot het getrancheerd werd.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142