Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·teis·ter·de

Werkwoord

vervoeging van: teisteren…
verbogen vorm: geteisterdee

geteisterde

  1. verbogen vorm van geteisterd, voltooid deelwoord van teisteren

Bijvoeglijk naamwoord

geteisterde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geteisterd

Gangbaarheid