Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·sui·ker·de

Bijvoeglijk naamwoord

gesuikerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gesuikerd

Werkwoord

vervoeging van: suikeren…
verbogen vorm: gesuikerdee

gesuikerde

  1. verbogen vorm van gesuikerd, voltooid deelwoord van suikeren

Gangbaarheid