Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·stip·pel·de

Bijvoeglijk naamwoord

gestippelde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gestippeld

Werkwoord

vervoeging van: stippelen…
verbogen vorm: gestippeldee

gestippelde

  1. verbogen vorm van gestippeld, voltooid deelwoord van stippelen

Gangbaarheid