Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·sta·bi·li·seer·de

Bijvoeglijk naamwoord

gestabiliseerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gestabiliseerd

Werkwoord

vervoeging van: stabiliseren…
verbogen vorm: gestabiliseerdee

gestabiliseerde

  1. verbogen vorm van gestabiliseerd, voltooid deelwoord van stabiliseren

Gangbaarheid