gesnelwandeld
- ge·snel·wan·deld
- vervoeging van snelwandelen: de stam met omvoegsel ge- -d
vervoeging van: | snelwandelen… |
verbogen vorm: | gesnelwandelde |
gesnelwandeld
- voltooid deelwoord van snelwandelen
vervoeging van: | snelwandelen… |
verbogen vorm: | gesnelwandelde |
gesnelwandeld