Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·schaaf·de

Bijvoeglijk naamwoord

geschaafde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geschaafd

Werkwoord

vervoeging van: schaven…
verbogen vorm: geschaafdee

geschaafde

  1. verbogen vorm van geschaafd, voltooid deelwoord van schaven

Gangbaarheid