Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·rid·der·de

Bijvoeglijk naamwoord

geridderde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geridderd

Werkwoord

vervoeging van: ridderen…
verbogen vorm: geridderdee

geridderde

  1. verbogen vorm van geridderd, voltooid deelwoord van ridderen

Gangbaarheid