Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·reg·ger·des

Bijvoeglijk naamwoord

gereggerdes

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van gereggert

gereggerdes

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief en accusatief onzijdig enkelvoud stellende trap van gereggert