• ge·pur·perd
vervoeging van: purperen…
verbogen vorm: gepurperde

gepurperd

  1. voltooid deelwoord van purperen
66 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be