Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·pleeg·de

Bijvoeglijk naamwoord

gepleegde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gepleegd

Werkwoord

vervoeging van: plegen…
verbogen vorm: gepleegdee

gepleegde

  1. verbogen vorm van gepleegd, voltooid deelwoord van plegen

Gangbaarheid