gemeentewerken
- Geluid: gemeentewerken (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈmentəˌwɛrkə(n) / (5 lettergrepen)
- ge·meen·te·wer·ken
de gemeentewerken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gemeentewerk
- ▸ Het is ook niet meer zo dat het nieuwe groen vóór 15 april in de grond moet zitten. Alleen voor grote gemeentewerken geldt dat.[1]
- alleen meervoud (bedrijf) organisatieonderdeel bij sommige lokale overheden dat gebouwen en infrastructuur bouwt
- ▸ Het is dus vooral de gemeente die heeft gezorgd voor extra parkeerplekken: dertig bij het station en, sinds vorige week, nog eens 35. Toen heeft gemeentewerken de kapot gereden stationsberm verhard met een puinlaag, „waardoor er extra openbare parkeerplekken zijn ontstaan”.[2]
- Het woord gemeentewerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Bas Romme (citaat)“Warm welkom voor de lente” (21 maart 2009) op bndestem.nl
- ↑ Weblink bron Gretha Pama“Bijna duizend museumbezoekers per dag: Ruurlo was het even te veel” (18 augustus 2017) op nrc.nl