Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·lief·koos·de

Bijvoeglijk naamwoord

geliefkoosde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geliefkoosd

Werkwoord

vervoeging van: liefkozen…
verbogen vorm: geliefkoosdee

geliefkoosde

  1. verbogen vorm van geliefkoosd, voltooid deelwoord van liefkozen

Gangbaarheid