geknechter
- Geluid: geknechter (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈknɛxtər / (3 lettergrepen)
- ge·knech·ter
geknechter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van geknecht
- ▸ Opgedoft begaven we ons op weg. Ik had een das van een van de Engelse jongens geleend, een ding met stippen dat bij mijn colbertje vloekte, en voelde me zo veel geknechter dan in mijn doordeweekse werkplunje.[1]
- Het woord 'geknechter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Vruchtbaar land in: Raster., nieuwe reeks. jrg. 2008 nr. 123/124 (2009), De Bezige Bij, Amsterdam, ISBN 9789023441045, p. 71