Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ijk·te

Bijvoeglijk naamwoord

geijkte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geijkt

Werkwoord

vervoeging van: ijken…
verbogen vorm: geijktee

geijkte

  1. verbogen vorm van geijkt, voltooid deelwoord van ijken

Gangbaarheid