Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·haak·te

Bijvoeglijk naamwoord

gehaakte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gehaakt

Werkwoord

vervoeging van: haken…
verbogen vorm: gehaaktee

gehaakte

  1. verbogen vorm van gehaakt, voltooid deelwoord van haken

Gangbaarheid