Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·fran·keerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: frankeren…
verbogen vorm: gefrankeerde

gefrankeerd

  1. voltooid deelwoord van frankeren

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be