• ge·fin·geerd
vervoeging van: fingeren…
verbogen vorm: gefingeerde

gefingeerd

  1. voltooid deelwoord van fingeren
92 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be