gefatsoeneerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·fat·soe·neerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van fatsoeneren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | fatsoeneren… |
verbogen vorm: | gefatsoeneerde |
gefatsoeneerd
- voltooid deelwoord van fatsoeneren