Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·dril·de

Bijvoeglijk naamwoord

gedrilde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van gedrild

Werkwoord

vervoeging van: drillen…
verbogen vorm: gedrildee

gedrilde

  1. verbogen vorm van gedrild, voltooid deelwoord van drillen

Gangbaarheid