• ge·bio·lo·geerd
vervoeging van: biologeren…
verbogen vorm: gebiologeerde

gebiologeerd

  1. voltooid deelwoord van biologeren
94 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be