Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·in·cri·mi·neer·de

Bijvoeglijk naamwoord

geïncrimineerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geïncrimineerd

Werkwoord

vervoeging van: incrimineren…
verbogen vorm: geïncrimineerdee

geïncrimineerde

  1. verbogen vorm van geïncrimineerd, voltooid deelwoord van incrimineren

Gangbaarheid