Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·ets·te

Bijvoeglijk naamwoord

geëtste

  1. verbogen vorm van de stellende trap van geëtst

Werkwoord

vervoeging van: etsen…
verbogen vorm: geëtstee

geëtste

  1. verbogen vorm van geëtst, voltooid deelwoord van etsen

Gangbaarheid