gartminza
-
[1]: Gartminza (Mentha spicata crispa)
Kruizemunt -
[2]: Gartminza (Mentha spicata)
Aarmunt, groene munt -
[3]: Gartminza (Tanacetum balsamita)
Balsemwormkruid
Oudhoogduits
Woordherkomst en -opbouw
- Samenstelling van de Oudhoogduitse zelfstandige naamwoorden gart en minza (letterijk: gartminza = 'tuinmunt')
Zelfstandig naamwoord
gartminza, v
- (plantkunde) Mentha spicata crispa , kruizemunt
- (plantkunde) Mentha spicata , aarmunt, groene munt
- (plantkunde) Tanacetum balsamita , balsemwormkruid
Verbuiging
- v (n), zwak
Opmerkingen
- Duits:
- [1]: Krauseminze
- [2]: Waldminze
- [3]: Frauenblatt