Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gang·baar·he·den
Woordherkomst en -opbouw
  • gangbaarheid met uitgang -en en een klinkerverandering /ɛi/ - /e/

Zelfstandig naamwoord

de gangbaarhedenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gangbaarheid
    • Langzaam aan zijn er de nodige gangbaarheden gegroeid over het nu: de Muur is gevallen, de traditionele ideologieën bestaan niet meer en anything goes. [1]

Verwijzingen