Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga om·laag
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omlaaggaan

ga omlaag

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan
    • Ik ga omlaag. 
  2. gebiedende wijs van omlaaggaan
    • Ga omlaag! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omlaaggaan
    • Ga je omlaag? 
  4. aanvoegende wijs van omlaaggaan


Gangbaarheid