Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • free·lan·cen
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]

Werkwoord

freelancen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
freelancen
freelancete
gefreelancet
zwak -t volledig
  1. werken zonder een duurzaam arbeidscontract; werken als zzp'er
     'Ik hoop dat freelancen blijft: Voor sommige bezorgers is dat een opluchting. "Ik ben mijn baan verloren door FNV", zegt oud-Deliveroo bezorger Eddy. Hij werkt nu voor Uber Eats. "Ik hoop dat freelance blijft."'[3]
     Van der Lende: "Zeg je Frank, dan zeg je livemuziek en die neemt een belangrijke plek in op de vrijdagavond bij Veronica. Ik ben ontiegelijk blij dat ik straks omringd door al mijn muzikale vrienden, radio op Veronica kan maken." De rest van de week gaat Van der Lende freelancen, schrijft hij op Instagram.[4]
     Ook Roos Maenhout werkt ondanks haar pensioen nog wekelijks op een basisschool, in Lelystad. Ze zegt tegen Omroep Flevoland dat ze altijd is blijven doorwerken. "Op mijn zestigste ging ik met pensioen en vanaf toen ben ik gaan freelancen."[5]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. freelancen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Ook Hoge Raad oordeelt: maaltijdbezorgers Deliveroo waren geen zzp'ers” (Vrijdag 24 maart 2023, 11:53), NOS
  4.   Weblink bron “Dj's Sander Hoogendoorn en Frank van der Lende van 3FM naar Veronica” (Dinsdag 2 augustus 2022, 20:38), NOS
  5.   Weblink bron “Gepensioneerden terug voor de klas: 'De kinderen hebben het hard nodig'” (Donderdag 10 februari 2022, 08:00), NOS