foutrekenende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fout·re·ke·nen·de
Werkwoord
vervoeging van: | foutrekenen |
foutrekenende
- verbogen vorm van foutrekenend, het onvoltooid deelwoord van foutrekenen
vervoeging van: | foutrekenen |
verbogen vorm: | foutrekenendee |
foutrekenende