• for·stod
  • Afleiding van het Deense werkwoord stå met het voorvoegsel for-.

forstod

  1. verleden tijd van forstå


  • for·stod
  • Afleiding van het Noorse werkwoord stå met het voorvoegsel for-.
Naar frequentie 4912

forstod

  1. verleden tijd van forstå


  • for·stod
  • Afleiding van het Nynorske werkwoord stå met het voorvoegsel for-.

forstod

  1. verleden tijd van forstå