folter
- fol·ter
vervoeging van |
---|
folteren |
folter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van folteren
- Ik folter.
- gebiedende wijs van folteren
- Folter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van folteren
- Folter je?
- Het woord folter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.