Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • foef·kop·pen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de foefkoppenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord foefkop
     Ik ga hier maar niet zetten hoeveel euro's die gasten meehadden (…). Stomme foefkoppen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Mélancolie
    “Re: De grieftopic” (21 juli 2012 18:25) op fkgent.be (Filologica : Webstek der Gentse Filologen)