• flikt op
vervoeging van
opflikken

flikt (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken
    • Jij flikt op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken
    • Hij flikt op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opflikken
    • Flikt op!